Ontmoet Christian Geisselmann: Business Development Manager in het Verenigd Koninkrijk

Wat is je achtergrond, Christian? 

Ik heb altijd gewerkt als afgevaardigde en ook als consultant binnen de sector van de sociale zorg en huisvesting. Ik leg me dus al 20 jaar toe op het strategisch en operationeel aspect van de zorgverlening. 

Wat bracht jou bij Nobi? 

Ongeveer 9 jaar geleden werd ik als consultant in een project rond hulpverleningstechnologie gesmeten. Eén van de zaken die me meteen ontviel, was dat de zogenaamde ‘telecare’, dat is de term die hier gebruikt wordt wanneer het gaat om afstandszorg voor ouderen en minder valide mensen, eigenlijk al vijfentwintig jaar stilstond. Daardoor ben ik beginnen zoeken naar wat wél beschikbaar was. Ik heb altijd al gevonden dat hulpverleningstechnologie een gigantische rol kan spelen wanneer het op veiligheid en gezondheid aankomt, maar het was pas toen ik Nobi leerde kennen, dat ik me een duidelijk beeld kon vormen van hoe de toekomst van Britse gezondheidszorg er kon uitzien.   

Hoe bedoel je? 

Ik zag meteen dat we met een gamechanger te maken hadden met een hele duidelijke focus op valdetectie en -preventie, maar met een innovatief design. Alle andere features in combinatie met de mogelijkheid om die te integreren met randapparatuur waardoor je er bijvoorbeeld een deur mee kan openen, betekenen dat je met een oplossing te maken hebt dat mee kan groeien naargelang de noden veranderen. Nobi ziet er bovendien ook geweldig uit en past discreet in elk interieur zonder dat je ermee in interactie moet gaan, maar je weet dat er voor je gezorgd wordt indien er iets zou gebeuren. Nobi is echt bijzonder omdat het design en innovatie samenbrengt. 

Hoe ziet de gezondheidszorg er momenteel uit in de UK? 

Onze diensten zijn, vanuit operationeel standpunt, nog steeds vrij traditioneel. De waarheid is dat we nog steeds worstelen met transformatie. Het huidige aanbod is, vooral wat ouderen betreft, in vele gevallen nog analoog – niet digitaal. We maken nog steeds gebruik van de traditionele verpleegoproepsystemen of de alarmknoppen. Bovendien steken we nog te veel mensen in woonzorgcentra. Het is nu een eenmaal zo dat we onvoldoende gebruikmaken van technologie. 

Wanneer krijgt de digitale make-over een groen licht? 

De switch van analoog naar digitaal is gepland voor 2025, wat niet zo lang meer is. Ondertussen promoten we preventie, maar gebruiken we reactieve technologie. Ook al hebben we het over een vermindering in ziektehuisopnames en langer thuis blijven, de waarheid is dat we zo ver nog niet staan. De technologie die dagelijks wordt gebruikt door de gemiddelde consument is gesofisticeerder dan de technologie die we gebruiken in onze woonzorgcentra – en dat moet veranderen.   

Hoe past Nobi in dit digitaal plaatje? 

Wat mij betreft, is de combinatie van de digitale switch en de hightech van Nobi een gouden opportuniteit om het roer om te gooien wat ouderenzorg betreft. Maar om dit te laten gebeuren, moeten we onze bestaand telecare-model ook updaten. We moeten op zoek gaan naar nieuwe oplossingen en ervoor zorgen dat die met andere oplossingen kunnen samenwerken. Nobi past perfect in dit nieuw ‘ecosysteem’ gezien de lamp zich richt tot de problemen waarmee we in àlle sectoren binnen de gezondheidszorg, te maken hebben. 

Je klinkt als een man met een missie. 

Ik kan niet wachten om die nieuwe technologieën te promoten zodat ik mensen kan laten zien dat het allemaal anders kan. 

Wat is jouw strategie voor die disruptie? 

Er zijn verschillende gebieden waarop ik me ga focussen voor Nobi. In het VK hebben we het TSA, dat is de nationale organisatie die zich bezighoudt met technologie binnen de zorgsector, en Arco, die onze senioren vertegenwoordigt. Eén van mijn grootste prioriteiten is ervoor zorgen dat deze organisaties weten dat we er zijn. Ik wil betrokken zijn in alle conversaties die momenteel plaatsvinden rond hoe we dat traject van analoog naar digitaal kunnen vormgeven. En door deel te nemen aan de gesprekken op sociale media of door te reageren op een ‘call for evidence’, wil ik Nobi in de schijnwerpers zetten. 

Wat houdt zo’n ‘call for evidence’ in? 

Dat is eigenlijk wat gebeurt wanneer de overheid zich begint voor te bereiden op een beleidswijziging en bij professionelen in de gezondheidszorg en sociale sector, gaat aankloppen voor nieuwe ideeën. Voor mij, als consultant, komt het erop neer dat ik heel gerichte oplossingen aanreik en uitleg hoe die een wezenlijk verschil kunnen maken. Door een grotere onafhankelijkheid te creëren voor onze ouderen, terwijl je minder afhankelijkheid creëert ten aanzien van de dienstverlening in de publieke sector.   

Wat was je eerste indruk van Nobi? 

Ik was meteen verkocht. Eerst en vooral omdat het zo mooi is vormgegeven. Ik zie veel straffe technologische oplossingen, maar vaak zien ze er spuuglelijk uit. We hebben stilaan te maken met een heel ander profiel van senioren en die hebben heel andere verwachtingen. Die willen geen grote rode knop rond hun nek hangen waarop ‘Ik ben kwetsbaar’ staat. Het goede aan Nobi is dat het niet stigmatiseert. Maar wanneer je dan de functionaliteiten van dichterbij gaat bekijken en begint te begrijpen wat die slimme lamp allemaal kàn, sta je toch even met de mond vol tanden. Uplight, downlight, valdetectie en -preventie, kamertemperatuur en vochtigheid: zo veel oplossingen in één. 

Dus het staat bovenaan je lijst als consultant? 

Ja, absoluut. Niet alleen bevindt Nobi zich in een perfecte strategische omgeving, maar als basisoplossingen biedt het zo veel meer invalshoeken vergeleken met andere oplossingen. Nobi vinkt zo veel vakjes aan. Het is bovendien veel kostefficiënter dan wanneer je mensen al die functionaliteiten apart zou laten kopen. 

Je begint er zowaar zelf van te stralen! 

Ja, zeker. Ik ben ook blij dat het een hanglamp is. We zijn in de UK niet echt fan van armaturen die rechtstreeks op het plafond bevestigd worden. Een echte Britse luchter hoort aan een draad te hangen, zodat er een extra reden is om (ernaar) op te kijken. 

Welke bekende senior zou je graag laten opkijken naar Nobi? 

De eerste naam die me te binnen schiet is Sir David Attenborough. Ik ben tegenwoordig veel bewuster met het milieu bezig door hem. Hij heeft zo veel zinnige dingen te vertellen. 

Bovendien heeft hij ook iets met ecosystemen.

Verstandige mensen die bekommerd zijn om de toekomst kunnen het zich niet permitteren om er niet mee bezig te zijn. Gesofisticeerde, hoogtechnologische ecosystemen geven ons iets om naar uit te kijken: een omgeving waarin we in alle veiligheid kunnen genieten, in de wetenschap dat de juiste technologie over ons waakt.

Trots ondersteund door