In het dorpje Dorst, net buiten Breda in het zuiden van Nederland, stond ooit een grote paprikakwekerij van de familie van Gool. Toen zoon Eddy allergisch bleek voor paprika's en Marinka ontmoette, besloten ze samen een nieuwe weg in te slaan. Op het terrein van de voormalige kwekerij richtten ze met succes een kleinschalige zorggemeenschap op, genaamd Crataegus, waar technologie een belangrijke rol speelt. We brachten een bezoek aan Crataegus en kregen een kijkje in hoe zorg er in de toekomst uit zou kunnen zien.
“Bij ons blijft iedereen eigenaar van zijn leven,
en technologie helpt ons daarbij."
- Eddy van Gool, bestuurder Crataegus
Bij het binnenstappen lijkt het alsof we een boutique hotel betreden. Een groep mensen, van jong tot oud, zit in een warme omgeving samen aan tafel te genieten van koffie en gebak. Je weet niet wie de bewoners en wie de medewerkers zijn. “Zo hebben we het ook bedoeld. Bij ons is iedereen gelijk”, vertellen Eddy en Marinka in koor.
We gaan zitten aan een tafeltje verderop, maar nog steeds middenin de actie. Tijdens het interview zullen Eddy en Marinka af en toe opstaan om met bewoners te praten en kleine probleempjes op te lossen. “Geen afgesloten kantoor voor ons, ook al zijn we de bestuurders”, zegt Eddy. “We zijn onderdeel van het geheel, net zoals iedereen hier. We gaan ook op dezelfde manier met iedereen om, of het nu de buurman is, een bezoeker, een poetsmedewerker of een bewoner.
Je hoort het aan hoe we met elkaar praten, dat is steeds op een casual, maar ook volwassen en respectvolle manier. Die dagdagelijkse, eenvoudige dingen vinden we heel belangrijk.”
We gaan zitten aan een tafeltje verderop, maar nog steeds middenin de actie. Tijdens het interview zullen Eddy en Marinka af en toe opstaan om met bewoners te praten en kleine probleempjes op te lossen. “Geen afgesloten kantoor voor ons, ook al zijn we de bestuurders”, zegt Eddy. “We zijn onderdeel van het geheel, net zoals iedereen hier. We gaan ook op dezelfde manier met iedereen om, of het nu de buurman is, een bezoeker, een poetsmedewerker of een bewoner. Je hoort het aan hoe we met elkaar praten, dat is steeds op een casual, maar ook volwassen en respectvolle manier. Die dagdagelijkse, eenvoudige dingen vinden we heel belangrijk.”
Wat een mooi interieur. Heb je daar bewust over nagedacht?
Eddy: “In ons huis, een paar honderd meter verderop, omringen we ons ook met mooie dingen. Waarom zouden we dat in onze zorggemeenschap niet doen? We worden blij van bloemen en deze prachtige houten tafel bijvoorbeeld. Esthetiek heeft een impact op ons, dus waarom zou het dat niet hebben op onze bewoners en medewerkers?”
Marinka: “Mensen hebben behoefte aan een fijne woonplek en daar zorgen we voor. Veel organisaties zetten hun zorgaanbod centraal en bewoners moeten zich daar maar aan aanpassen. Bij ons staat de bewoner centraal.”
Jullie bewoners zijn erg divers, ook qua leeftijd. Dat lijkt me ook een beredeneerde beslissing.
Eddy: “We denken niet in doelgroepen. We wilden een gemeenschap beginnen die even divers is als het dorp. Op die manier kunnen bewoners iets voor elkaar betekenen. Mensen hebben aandacht voor elkaar en hebben daardoor minder zorg nodig. Je ziet hier ook jongere mensen lopen. Dat zorgt voor een heel andere dynamiek dan als je alleen maar ouderen zou hebben.”
Marinka: “Het is de bedoeling dat iedereen zijn leven zoveel mogelijk zoals thuis kan verderzetten. En dat betekent voor iedereen iets anders. Sommigen laten ons meteen weten dat ze wakker zijn en willen zo snel mogelijk naar beneden om in gezelschap te ontbijten en mee te doen met de dagbesteding. Anderen komen hier alleen maar binnen om de krant te halen en gaan dan weer naar boven, of naar buiten. Iedereen is wel vriendelijk voor elkaar, omdat iedereen beseft dat ze onderdeel zijn van het grote geheel.”
Eddy: “Vergelijk het met een kroeg: daar heb je ook mensen die lang blijven hangen en met iedereen praten en anderen die snel een pint aan de toog drinken en weer vertrekken. We zijn een gemeenschap. Respect voor elkaar vinden we heel belangrijk.
Ook mensen uit de buurt zijn welkom, zie ik.
Marinka: “Zeker. Iedereen die wil mag hier iets komen drinken.”
De bewoners centraal zetten klinkt goed in de theorie. Hoe organiseren jullie dit in de praktijk?
Eddy: “Het is hier een goed gestructureerde chaos (glimlacht). Wij zijn praktisch ingestelde mensen. Als er iets mis is met een toilet, dan proberen we het meteen op te lossen. Bij ons komen die zaken niet op een lijst of in een planningsdocument terecht.”
Marinka: “We stimuleren zelfredzaamheid bij iedereen: bij onze bewoners, en ook bij onze medewerkers. Het gaat over eigenaarschap. Zie je iets wat beter kan? Ga ermee aan de slag. Zelf oplossingen bedenken geeft veel voldoening. Zo blijft iedereen hier eigenaar van zijn of haar leven.”
Eddy: “We doen heel veel in overleg. Iedereen krijgt de zorg die hij of zij nodig heeft en we schalen die zorg op of af, naargelang de situatie. Zo kunnen onze bewoners bij ons naar de fysio gaan. Maar dat doen we alleen maar als de bewoner dat zelf wil, als er een intrinsieke overtuiging is. Dat hoort bij het gelijkwaardigheidsprincipe dat we hier hanteren. Iemand met een ziekte of een beperking valt niet samen met die ziekte of beperking, het is in de eerste plaats een persoon.”
Marinka: “We staan heel dicht bij onze bewoners. Kijk, daar zitten twee medewerkers bij de bewoners aan tafel. Eigenlijk hebben ze pauze, maar ze kiezen ervoor om die pauze te spenderen bij de bewoners. Omdat het gezellig is. Waarom zou je in een aparte ruimte gaan zitten? Bewoners zijn ook geïnteresseerd in hoe je kind het op school doet.”
Eddy: “Op die manier leren we onze bewoners goed kennen en komen we snel te weten als er iets beter kan of misloopt. En kunnen we ook snel ingrijpen.”
Een van die medewerkers, Desiree van Velthoven, komt er ook even bijzitten.
Desiree: “Omdat we het zo belangrijk vinden dat we van onze bewoners en klanten horen hoe zij het liefst wonen en leven, nemen we deel aan een tweejarig onderzoek ‘De kracht van Crataegus’ met Fontys Hogeschool. Aan de hand van design thinking ontdekken we samen met onze bewoners spelenderwijs hoe we van Crataegus een nog fijnere voorziening kunnen maken. Dat gaat van gesprekken tot foto’s en collages maken. In een later stadium zullen we ook onze stakeholders betrekken bij het onderzoek.”
Is het vanuit die klantentevredenheid dat jullie voor de slimme lampen van Nobi gekozen hebben?
Eddy: “Onze visie sluit perfect aan op die van Nobi. Dankzij de slimme lampen is iedereen gerust, want we weten dat we meteen op de hoogte worden gebracht als er iemand gevallen is. We hoeven geen nachtrondes meer te doen en we moeten niet ongevraagd het appartement binnenlopen om te controleren of alles ok is. Dat past natuurlijk bij de fijne leefomgeving die we aanbieden. Ook de bewoners zijn gerust. Als ze vallen, dan vertelt de stem van hun lamp hen meteen dat hulp onderweg is. Dat is onbetaalbaar voor hun gemoedsrust én die van onze medewerkers.”
Marinka: “Het stijlvolle design van de Nobi-lampen past helemaal bij onze designfilosofie. We vertelden al dat we ons graag omringen met schoonheid. We kiezen dus bewust niet voor een lelijk en stigmatiserend oproepsysteem. De lampen van Nobi passen perfect bij het interieur van onze studio’s en appartementen en dat op een discrete manier.”
Wil je meer weten over de rol die Nobi speelt voor
bewoners en zorgmedewerkers van Crataegus?
Zelfredzaamheid, gelijkwaardigheid, een mooie leefomgeving… is dat de toekomst van de zorg?
Marinka: “Zet daar maar het woord duurzaamheid bij. In de ecologische betekenis, want we zijn energieneutraal. Maar ook in andere betekenissen. We stimuleren jongeren om hier te komen helpen, zodat we ze kunnen warm maken voor een baan in de zorgsector. Want we stevenen af op een groot tekort aan werkkrachten. Daarnaast zijn we ook duurzaam omdat we onze zorg betaalbaar houden. We kijken creatief naar de zorg. We kunnen een hoogwaardige omgeving bieden en toch efficiënt omspringen met de kosten. We vallen onder de huursubsidiegrens, ook mensen met een laag inkomen zijn hier welkom.”
Eddy: “Meer en meer mensen komen bij ons kijken om inspiratie op te doen. Dat is fijn, we zijn daar heel open in. We vertellen dan ook graag over Nobi. Een slimme, mooie lamp die valincidenten detecteert en voorkomt: dat past perfect in ons verhaal.”